Stoer
Pim is inmiddels gewend aan de vaste routines, zoals het meten voor het eten en het berekenen van de koolhydraten in het eten. “Ik reken met hem mee, maar als hij gaat logeren doet hij het zelf. Al deelt hij dan wel via WhatsApp wat hij heeft gegeten. Hij leunt nu nog op mij. Uiteindelijk moet hij het zelf kunnen. Als je diabetes hebt, kun je niet een keertje overslaan of het even vergeten. Je moet er altijd rekening mee houden. Zelfs tijdens de vakantie. Dat is wel eens frustrerend.”
Pim gaat er niet onder gebogen. Die pomp aan zijn broek is nu zelfs wel stoer. “Op zijn vijftiende zal dat wel anders zijn”, verwacht Richard. “Wat helpt, zijn de bijeenkomsten die het ziekenhuis organiseert voor jongeren met diabetes en hun ouders. Laatst kwam iemand van achttien uitleggen hoe hij ermee omgaat op de middelbare school en waar hij tegenaan loopt. Dan zie je dat het fijn voor Pim is om met gelijken aan tafel te zitten en lief en leed te delen.” Want hoe positief je ook bent, die ziekte heeft consequenties. Je moet je bloedsuiker monitoren, maar hebt bijvoorbeeld ook minder energie dan je gewend was. “Vroeger was hij onvermoeibaar, nu gaat hij om zeven uur naar boven.”
Controles
Het insulinetekort bij mensen met diabetes type 2 kan allerlei oorzaken hebben. Gewicht en beweging spelen een rol. Bij type 1 is dat niet het geval: het is een kwestie van meten en je bloedsuiker op peil houden. Sport of een verandering van omgeving kan zomaar leiden tot extra insulinebehoefte. Iedere drie maanden is er een controle bij de arts of verpleegkundige en ieder jaar worden de ogen en nieren getest. “Tussendoor is er ook contact. Ik upload de waarden naar een portaal en dan mailen we altijd even.”
Belangrijk, vindt Richard, is dat Pim die dingen kan doen die hij wil in zijn leven. “Piloot worden is geen optie, maar hij kan sporten en hij kan werken. Er zijn zelfs topsporters met diabetes! Natuurlijk zie ik de beperkingen, daarin zal hij zijn weg moeten vinden. Als je zelf de regie neemt kun je de zorg en je leven zo aangenaam mogelijk inrichten. Dat helpt om met die beperkingen om te gaan.”